Handelingen 13:3

SVToen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.
Steph τοτε νηστευσαντες και προσευξαμενοι και επιθεντες τας χειρας αυτοις απελυσαν
Trans.tote nēsteusantes kai proseuxamenoi kai epithentes tas cheiras autois apelysan

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Handenoplegging, Vasten
Handelingen 6:6, Handelingen 8:15, Handelingen 14:26, Handelingen 19:6

Aantekeningen

Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

τοτε
Toen
νηστευσαντες
vastten

-
και
en
προσευξαμενοι
baden zij

-
και
en
επιθεντες
opgelegd hebbende

-
τας
-
χειρας
de handen
αυτοις
hun
απελυσαν
lieten zij hen gaan

-

Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!